Fonologische articulatiestoornis

Fonologische articulatiestoornis

Wat is een fonologische articulatiestoornis? 

Kinderen leren op jonge leeftijd de klanken herkennen en produceren door middel van imitatie. De klanken die ze al goed kunnen worden vlot geproduceerd, maar klanken die ze nog moeilijk vinden, vervangen ze door klanken die ze wel reeds verworven hebben. We noemen dit de vervangprocessen of fonologische processen.


Pas wanneer de fonologische processen nog aanwezig zijn op een leeftijd dat deze al verdwenen moeten zijn, spreken we van een fonologische stoornis. Zij hebben dus moeite om contrasten te leggen in de klanken van hun moedertaal.  

 

Een aantal voorbeelden:


  • Stopping: een klank die je lang kan produceren wordt vervangen door een korte klank. Bv: ‘tis’ ipv ‘vis’, ‘koed’ ipv ‘goed’

  • Fronting: een klank die je achteraan in de keel produceert wordt vervangen door een klank vooraan in de mond. Bv: ‘tat’ ipv ‘kat’, ‘rin’ ipv ‘ring’

  • Backing: een klank vooraan in de mond wordt vervangen door een klank achteraan in de keel. Bv: ‘pek’ ipv ‘pet’, ‘koren’ ipv ‘toren

  • Devoicing: een stemhebbende klank wordt vervangen door een stemloze klank. Bv: ‘feel' ipv ‘veel’, ‘soen’ ipv ‘zoen’

  • Gliding: de klanken /l/ en /r/ worden vervangen door de glijklanken /w/ en /j/. Bv: ‘joep’ ipv ‘roep’ of ‘jief’ ipv ‘lief’

  • Initiale of finale consonantdeletie: de eerste of laatste letter wordt weggelaten in een woord. Bv: ‘ad’ ipv ‘pad’, ‘ju’ ipv ‘juf’

  • Initiale of finale clusterreductie: een medeklinkercluster vooraan of achteraan in een woord wordt gedeeltelijk of volledig weggelaten. Bv: ‘toep’ ipv ‘stoep’ of ‘pa’ ipv ‘paard’

 

Er bestaan nog fonologische processen maar bovenstaande zijn vaak de meest voorkomende.

Wat zijn de oorzaken van een articulatiestoornis? 

Er zijn verschillende oorzaken die aan de basis kunnen liggen van een articulatiestoornis. Meestal gaat het om een foutieve gewoonte dat de kinderen zich eigen gemaakt hebben om het zichzelf makkelijker te maken.


Maar articulatiestoornissen kunnen ook ontstaan vanuit gehoorproblemen (klanken worden niet correct gehoord), organische afwijkingen, afwijkende mondgewoonten (openmondgedrag, slappe aangezichtsspieren, foutieve tongplaatsing,…), vertraagde spraakontwikkeling of een gebrek aan aanbod vanuit de omgeving.

Wat doet een logopedist bij een articulatiestoornis? 

Jonge kinderen

We starten eerst met een onderzoek waarbij we nagaan of er sprake is van een fonetisch en/of fonologisch articulatieprobleem.

 

Aan de hand van een screening, spontaan spraakstaal en een processpecifiek onderzoek brengen we in kaart welke fonologische processen aanwezig zijn in het spraakpatroon van uw kind. Indien nodig wordt therapie opgestart i.f.v. het wegwerken van de fonologische processen.

 

Op een speelse en leuke manier worden de klanken en hun posities in de mond aangeleerd. Eerst vinden de doelstellingen voornamelijk plaats op auditief niveau waarbij het kind vooral leert luisteren en discrimineren. Pas als dit goed lukt, wordt er gewerkt op expressief niveau en gaan we aan de slag met het correct uitspreken van de klanken.