OMFT is een oefentherapie waarbij gefocust wordt op het herstellen van het verstoord evenwicht van de spieren in en rond de mond.
We noemen dit ook de ‘afwijkende mondgewoonten’. Deze foutieve gewoonten hebben bijna altijd een invloed op de uitspraak en articulatie.
Afwijkende mondgewoonten zijn foutieve gewoonten die kunnen leiden tot een afwijkende kaak- en of gebitsstand. Hieronder een aantal voorbeelden:
Duim, vinger- en/of speenzuigen
Wanneer kinderen nog duimen of zuigen op hun vinger(s) op een leeftijd dat dit reeds verdwenen moet zijn. Als een kind dit nog doet op driejarige leeftijd is er sprake van afwijkend mondgedrag.
Open mondgedrag
Normaal is de mond gesloten in rust (bv.: tijdens tv kijken), maar bij open mondgedrag is de mond regelmatig open.
Habitueel mondademen
De gewoonte is hier ontstaan om door de mond te ademen, terwijl de neus wel vrij is.
Afwijkende tongligging in rust
De tong ligt niet op de correcte rustpositie (achter de tanden tegen het gehemelte) maar ligt onderaan in de mond, tegen of tussen de tanden.
Foutieve lipgewoonten
Hieronder valt liplikken of lipzuigen en dit komt meestal voor bij mensen die door de mond ademen vooral i.f.v. droge lippen bevochtigen.
Afwijkend kauwen
Hiermee bedoelen we het smakken, tegelijkertijd aan twee kanten kauwen en het verkeerd afbijten van voedsel.
Nagelbijten
Nagelbijten kan leiden tot te veel spanning in de kaakgewrichten waardoor er pijnklachten en overbelasting van de spieren in het mondgebied kunnen ontstaan.
Afwijkend slikken
De tongpositie bij het slikken is foutief en wordt tegen of tussen de tanden geplaatst.
Binnen onze mond oefenen de kauwspieren, de tong, de lippen, kinspieren,... heel wat krachten uit op het gebit. Als bepaalde spieren of spiergroepen onvoldoende of niet goed functioneren, heeft dit bijna altijd een gevolg voor de vorm van het gebit en/of kaken. Vaak is dan ook de articulatie gestoord.
Het doel van de oromyofunctionele therapie is het terug in evenwicht brengen van alle mondspieren door middel van oefeningen en het afleren van foutieve mondgewoonten. Op deze manier pakken we de oorzaak aan zodat andere therapieën zoals orthodontie, logopedie of een kaakcorrectie later een blijvend resultaat kunnen opleveren. Pas als dit in evenwicht is, kunnen we ook gaan oefenen op de articulatie.
De therapie kan gestart worden op verschillende leeftijden, maar is afhankelijk van de ontwikkeling van het kind (rijping), de soort en ernst van de afwijking. Daarnaast is ook de medewerking van de ouders heel belangrijk omdat het thuis ook belangrijk is om dagelijks te oefenen. Men geeft aan, op de leeftijd van 6 tot 9 jaar, dat deze therapie het meest aangewezen is.
We gaan van start met een actieve oefenperiode, gevolgd door een periode van enkele maanden, waarin de nieuw aangeleerde patronen zich eigen moeten gemaakt worden. Iedere week worden er nieuwe en opbouwende oefeningen aangebracht en deze moeten thuis intensief geoefend worden.
Deze oefeningen zijn gericht op het afleren van afwijkend mondgedrag, het aanleren van een correct slikgedrag, het verbeteren van de articulatie en het automatiseren van de aangeleerde gewoonte(n).
Binnen de praktijk hebben wij de opleiding ‘logopedie en tandheelkunde – oromyofunctionele therapie’ gevolgd bij Peter Helderop. Peter Helderop is logopedist in Nederland en is gespecialiseerd in oromyofunctionele therapie. Deze opleiding is een specialisatie die we gevolgd hebben bovenop onze basisopleiding.
Meer informatie kan je terugvinden op hun website.
Logopedie WIJS!
Copyright 2022