Kinderen die bij ons in de praktijk aangemeld worden zijn vaak kinderen met een
primaire taalontwikkelingstoornis. Dit wil zeggen dat de oorzaak van de taalmoeilijkheden ligt bij het aangeboren taalvermogen of taalaanleg van het kind. Er zijn dus geen andere moeilijkheden, het is enkel de verwerving van de taal dat moeilijk loopt.
Vaak is het ook familiaal bepaald en zijn er in de familie één of meer personen die ook taalproblemen (gehad) hebben. Hier wordt steeds naar gevraagd bij het verkennend gesprek.
Een kind met een taalontwikkelingsstoornis kan je herkennen aan onderstaande signalen:
Bovenstaande kenmerken komen niet allemaal voor bij een kind met een TOS, maar kunnen eerder afwisselen gedurende de ontwikkeling.
Bekijk zeker hieronder het filmpje!
Een diagnose kan niet gesteld worden bij een eerste onderzoek.
Dit onderzoek geeft ons enkel een indicatie voor een eventuele onderliggende taalproblematiek, maar eerst is er altijd sprake van een vertraagde taalontwikkeling. We kunnen pas spreken over een taalontwikkelingstoornis als de taalmoeilijkheden hardnekkig blijven.
Als de diagnose gesteld wordt, wordt dit best multidisciplinair vastgesteld.
Volgende onderzoeken vinden best plaats om tot een diagnose te komen:
Als het om een duidelijke discrepantie gaat tussen taalbegrip en taalproductie, kan ook de diagnose dysfasie gesteld worden.
Zoals eerder toegelicht worden kinderen eerst aangemeld met een vermoeden van een vertraagde spraak- en taalontwikkeling.
Om dit in kaart te kunnen brengen volgt er eerst een anamnesegesprek en een taalonderzoek.
Op basis van de verzamelde gegevens stellen wij een behandelplan op. Dit kunnen behandelddoelen zijn op indirect en/of direct niveau. Indirect gaan we proberen om de ouders informatie te geven om thuis de taalontwikkeling zo goed mogelijk te stimuleren. Bij directe therapie gaan wij met het kind aan de slag op vlak van taalbegrip, taalproductie, woordenschatsuitbreiding,…
Ook de ouders zijn bij directe therapie heel belangrijk en mogen steeds de therapie meevolgen.
Zowel de duur als de frequentie per week hangt af van het taalprobleem, de leeftijd van het kind en het karakter van het kind. Zo zal een kind met een lichte taalachterstand een andere aanpak vereisen dan een kind met een ernstige taalontwikkelingsstoornis. Op regelmatige basis wordt het taalniveau en de vooruitgang getoetst en wordt afgewogen (steeds in samenspraak) of therapie nog nodig is.
Kinderen met een taalontwikkelingstoornis kunnen reeds op jonge leeftijd aanvoelen dat ze minder goed kunnen spreken en dit kan belemmerend voor hen werken. Vaak zullen ze zich afwachtend opstellen of ze kunnen zelfs agressiever gaan reageren.
Een taalontwikkelingsstoornis heeft ook vaak gevolgen voor het lees- en schrijfproces en kan een oorzaak zijn voor leermoeilijkheden of -achterstand. Eventueel zelfs een leerstoornis.
Een goede spraak- en taalontwikkeling heeft zeker en vast een invloed op een goede algemene ontwikkeling. Daarom is het belangrijk om moeilijkheden tijdig te signaleren en aan te pakken.
Logopedie WIJS!
Copyright 2022